Boomverzorging

Planten en verplanten van bomen. Onderhouden van bomen. Verwijderen van bomen. Informeert over en draagt zorg voor de uitvoering van de werkzaamheden heeft brede kennis van communicatietechnieken. heeft kennis van actuele trends/ontwikkelingen ten aanzien het snoeien van bomen, optimaliseren van groeiverbetering, verbeteren van groeivoorwaarden, bestrijden van plagen, ziekten en behandelen van aantastingen en toepassen van boombeschermende maatregelen van bomen. heeft kennis van actuele trends/ontwikkelingen ten aanzien van het (ver)planten van bomen. heeft kennis van afvalverwerking vrijgekomen na het verwijderen van bomen en stobben. heeft kennis van bodemleven. heeft kennis van bodemtypen. heeft kennis van bodemtypen, grondsoorten en bodemvorming. heeft kennis van bodemverbetering, zoals grondbewerking, bemesting, niets doen en verschraling. heeft kennis van bodemvochtsensoren en bodemverbetering. heeft kennis van boombiologie en houtanatomie. heeft kennis van boomsoorten en -eigenschappen in combinatie met de specifieke omgevingsfactoren. heeft kennis van boomveiligheidscontrole. heeft kennis van conflicthantering. heeft kennis van de cultuurhistorische waarde van bomen en/of boomelementen en de specifieke onderhoudswerkzaamheden. heeft kennis van de gebruiksmogelijkheden van bomen. heeft kennis van de groeiplaatsomstandigheden en de basisprincipes van groeivoorwaarden van bomen. heeft kennis van de groeiwijze van bomen. heeft kennis van de waterhuishouding, zoals waterkringloop en waterbeheer. heeft kennis van diverse technieken, methoden en actuele trends/ontwikkelingen ten aanzien van het verwijderen van bomen en stobben. heeft kennis van groeiplaatsinrichtingen en substraten. heeft kennis van het afwerken van een plantgat. heeft kennis van het voorkomen van graafschade, bij kabels, leidingen en boomwortels. heeft kennis van houteigenschappen en houtsoorten. heeft kennis van houtsoorten, boomsoorten en hoofdboomsoorten. heeft kennis van inventarisatiemethodes voor controle van de boomveiligheid. heeft kennis van inzet en onderhoud van gereedschappen en machines die gebruikt zijn bij het onderhouden van bomen. heeft kennis van kwaliteitseisen van het gietwater. heeft kennis van kwaliteitseisen, zoals Handboek Bomen, Boomvademecum en RAW systematiek. heeft kennis van leveringsvoorwaarden van plantmaterialen en bomen. heeft kennis van onderzoeksinstrumenten en –methoden om de risico's vanuit het boombestand in kaart te brengen. heeft kennis van pathogenen en de bestrijdingsmethoden. heeft kennis van pathogenen gerelateerd aan boomsoorten. heeft kennis van planningsmethoden van de werkzaamheden. heeft kennis van plantmateriaal, zoals heesters en inheemse kruiden. heeft kennis van rapportagesystemen voor aantasting aan bomen. heeft kennis van relevante wet- en regelgeving, zoals WION, Verkeersmaatregelen/WIU, wet Natuurbescherming en de Arbeidsomstandighedenwet. heeft kennis van relevante wet- en regelgeving, zoals Wro, Bro, Wbb, APV en richtlijn BVR. heeft kennis van structurele verzwakkingen en kenmerken van de conditie van bomen . heeft kennis van systemen, zoals GIS en KLIC-WIN. heeft kennis van veilig op hoogte werken. heeft kennis van Veilig Werken Langs de Weg . heeft kennis van veiligheid conform Veilig werken langs de weg, Basisveiligheid VCA en de arbocatalogus van de sector. kan (op hoogte) levensreddende handelingen verrichten . kan afval verwerken vrijgekomen bij het snoeien van bomen. kan bomen en/of plantmaterialen bij levering visueel beoordelen op kwaliteit. kan conflictvermijdend handelen. kan continu in contact blijven met collega's. kan controleren en beoordelen of de boom klimveilig is. kan dagelijks en/of klein onderhoud aan gereedschappen en machines uitvoeren die gebruikt zijn bij het onderhouden van bomen. kan dagelijks onderhoud aan gereedschappen en machines uitvoeren die gebruikt zijn bij het verwijderen van bomen en stobben. kan de gangbare methoden en werkprocedures toepassen voor de snoei van bomen. kan de gangbare methoden en werkprocedures toepassen voor het beschermen van bomen, ook op bouwlocaties. kan de gangbare methoden en werkprocedures toepassen voor het planten van bomen. kan de gangbare methoden en werkprocedures toepassen voor het verbeteren van groeiplaatsen. kan de gangbare methoden en werkprocedures toepassen voor het verwijderen van bomen. kan de gangbare methoden en werkprocedures toepassen voor het verwijderen van stobben. kan de gangbare onderzoeken, methoden en werkprocedures toepassen voor het verplanten van bomen. kan de groeiplaatsomstandigheden beoordelen en de effecten hiervan op de groei verklaren. kan de meest voorkomende bomen herkennen in alle seizoenen. kan de meest voorkomende grondsoorten herkennen. kan de Quickscan Wet Natuurbescherming uitvoeren. kan de werkomschrijving van verplanten en/of planten van bomen interpreteren. kan een KLIC-tekening lezen. kan een plan van aanpak schrijven naar aanleiding van een werkopdracht binnen de boomverzorging. kan een wegafzetting plaatsen. kan een werkopdracht en/of bestek lezen en vertalen in werkzaamheden. kan eerste hulp verlenen bij calamiteiten. kan feedback geven aan collega's. kan groeiplaatsverbeteringen toepassen. kan informeren over veiligheid, inhoud en planning aan opdrachtgevers. kan inmeet- en uitzetwerkzaamheden uitvoeren met moderne en in de praktijk toegepaste apparatuur. kan kennis over verschillende doelgroepen/culturen toepassen in de omgang met klanten/omstanders/derden. kan LMRA uitvoeren. kan maatregelen treffen om graafschade te voorkomen. kan op behoeften van klanten/omstanders/derden anticiperen. kan persoonlijke beschermingsmiddelen toepassen. kan plantgat graven. kan plantmateriaal inkuilen. kan reddend klimmen. kan structurele verzwakkingen en kenmerken van een slechte conditie van bomen in een veldsituatie signaleren. kan vakinhoudelijke kennis overdragen aan stagiairs en/of (lerende) collega's. kan veilig op hoogte werken. kan veilig werken met grote machines, zoals een hakselaar. kan veiligheidsinstructies aan klanten, omstanders en derden geven. kan verschillende signalen analyseren en een passende boomverzorging bepalen. kan vrijgekomen takhout verwerken. kan werken met (grote) machines. kan werken met een hoogwerker en met klimmaterialen. kan werkinstructies geven aan collega's en/of stagiairs. kan werkzaamheden navolgen in de planning. kan zagen met verschillende zaaggereedschappen en typen motorkettingzagen